Skip to main content

Geschiedenis

Een overzicht van belangrijke momenten uit de geschiedenis van Zenderen in een historische tijdlijn.

 1000: Sindron

Zenderen is al een oude kern. Al in de tiende eeuw wordt de plaats genoemd. Een boerderij in Sindron hoorde toen onder de hof die de abdij van Werden in De Lutte bezat. De plaatsnaam zou ontleend zijn aan sintels, ook wel ijzererts genoemd. De ijzererts is nog altijd te vinden in de grond bij Zenderen. Mogelijk maakte men daar plaatselijk ijzer van, echter zijn er vooralsnog geen resten van een smidse of iets dergelijks gevonden die dat ondersteunen. In de loop van de eeuwen verbasterde de plaatsnaam via Sinderon, Sinderen en Senderen naar de huidige plaatsnaam Zenderen. In Zenderen lag in de veertiende eeuw aan de Azelerbeek de burcht Hondeborg.

Als marke was Zenderen lang opgedeeld in Voor-Zenderen, Achter-Zenderen, Hondenhoek, Kattenhoek, Elhorsterhoek, Tusveld en Bornerbroek. Voor het handelsverkeer over het water was het een belangrijk knelpunt, met de Bornsebeek en de Azelerbeek, met name in de periode dat er nog turf over het water werd vervoerd.
(bron: www.wikipedia.nl)

 1244: Landgoed Weleveld

Landgoed Weleveld komt al vroeg voor in de geschiedenis. In 1244 wordt Godfried van Weleveld genoemd. Door de eeuwen heen hebben het landgoed en haar bewoners een belangrijke rol gespeeld in de Twentse geschiedenis. Tegenwoordig is Weleveld vooral bekend om de prachtige typische Twentse natuur waar veel recreanten graag komen om te wandelen of te fietsen. Het doel is het behoud van de hoogwaardige natuur en landbouw en het zichtbaar maken van het rijke verleden. Zo kan Weleveld ook de toekomstige eeuwen nog veel mensen voeden, vermaken en verbazen.

 1333: De Hondeborg

Erve Hondeborg is gelegen op een mysterieuze plek. De boerderij is gebouwd op een heuvel omringd door eeuwenoude eikenbomen en een gracht in de vorm van een hoefijzer. Ooit stond op deze strategische verhoging langs de Azelerbeek bij Borne een heuse burcht, van waaruit ridders de omgeving controleerden. Het ging waarschijnlijk om een houten gebouw met een verdedigingstoren en een palissade, een zogenaamd mottekasteel.

Het is niet duidelijk wanneer de Hondeborg is ontstaan. De oudste vermelding van de Hondeborg stamt uit 1333. Mogelijk stamde de versterking al uit de tijd van Karel de Grote, de Frankische vorst die de Saksische bevolking in de regio rond het jaar 800 onderwierp en dwong zich te bekeren tot het christendom. De naam Hondeborg zou kunnen verwijzen naar de woonplaats van een Frankische aanvoerder van een huntari of honderdschap, een gebied van waaruit de boerenbevolking een legereenheid van honderd man kon leveren.

 1670: Senderen
Senderen in een kaart van 1670.
(bron: Landschap Twente)
 1722: Markeschool Zenderen
Op 15 oktober 1722 werd de gereformeerde Herman van Reppel de eerste schoolmeester van de marke Zenderen. Het tractement van Herman van Reppel werd vastgesteld op 25 gulden per jaar. De school kwam te staan op de hoek van de Hondenhoek en de huidige Carmelitessenweg. Het gebouw bestond waarschijnlijk uit een vakwerkschuur zonder zolder en met een lemen vloer. Het markebestuur was verantwoordelijk voor het onderhoud en zorgde voor de nodige verbouwingen. De onderwijzer Johannes Ranneft was in de 19de eeuw maar liefst 53 jaar aan deze school verbonden. In 1878 werd besloten de oude markeschool te slopen. Omstreeks 1880 kwam de nieuwe openbare school aan de hoofdstraat in gebruik.
 1800: Postroutes
In de 18e eeuw liepen er verschillende belangrijke postroutes door Zenderen.
 1848: De markenverdeling

Een marke was een genootschap van eigenaren van boerenerven, de zogenoemde gewaarden, die van oudsher gebruiksrechten hadden op de gemeenschappelijke woeste gronden in oostelijk Nederland. Ze ontstonden in de Late Middeleeuwen, toen de bevolkingsdruk toenam.

Het richterambt Borne telde er twee: de marke Zenderen en Bornerbroek en de marke Hertme. In 1848 werdende markengronden verdeeld en de ontginning ervan grootscheeps aangepakt, tot ver in de 20ste eeuw. In rap tempo werden overal nieuwe wegen aangelegd, nieuwe boerenbedrijven gesticht en huizen gebouwd. Het middeleeuwse Twentse landschap dat tot circa 1850 heeft bestaan, is daardoor onvoorstelbaar veranderd.

 1855: De Karmelieten

In 1853 werd vanuit Belgie een Karmelietenklooster gesticht in Boxmeer, van waaruit later een nieuwe Stichting tot stand kwam in Zenderen. In 1855 kocht men daar het oude landgoed Het Hulscher om hier een nieuwe start te maken. Men zag in dit gebied goede mogelijkheden op gebied van onderwijs en pastoraat. In 1890 werd het klein seminarie Sancti Alberti opgericht ten dienste van de eigen priesteropleiding. Een grote verdienste van de Karmelieten is wel dat zij de grondleggers zijn geweest van het Katholiek Voortgezet Onderwijs in Twente. Als dank daarvoor werd in Zenderen op 6 juni 1995 het beeld van de Karmeliet onthuld , een geschenk van alle karmelscholen uit de omgeving.

De kloosterbewoners van dit moment zijn voornamelijk oudere karmelieten. Het Karmelietenklooster is een kloosterverzorgingshuis waar het gewone kloosterleven wordt beleefd. Er zijn geregeld rondleidingen voor belangstellenden. Daarvoor moet tijdig contact opgenomen worden met de prior van het klooster. Ook een rondwandeling door de kloostertuin en het patersbos behoort tot de mogelijkheden. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het klooster www.karmelcentra.nl/twente.

 1897: Coöperatieve zuivelfabrieken
De melk en boter van de kleine boerenbedrijfjes waren van slechte kwaliteit. Het karnen kon beter centraal gebeuren. Als eerste, in 1897, werd de boterfabriek De Hoop in Zenderen gebouwd, naast de woning van meester Engelberting, die ook de leiding had over dit bedrijf. De karn werd aangedreven door een geubel, een mechanisme van tandwielen dat in beweging kwam door een rondjes lopend paard. De boeren brachten zelf 's-morgens vroeg de melk, meestal op hondenkarren. 's Middags konden ze dan een 10-literbus karnemelk komen ophalen. In 1914 fuseerde De Hoop met De Eendracht, een boterfabriek aan de andere kant in Zenderen.
 1936: Huize Lidwina

Huize Lidwina was een villa op een klein landgoed in het Twentse Zenderen. Sietse Hilbrink, die in 1936 met vervroegd pensioen was gegaan, betrok deze villa samen met zijn kinderen en zijn vrouw, die tijdens de economische crisis hulpacties organiseerde voor werkelozen en hun gezinnen. In de prachtige en afgelegen villa vestigden zij een rusthuis voor overwerkte moeders.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog, vanaf de zomer van 1944, werd Huize Lidwina het hoofdkwartier van de Landelijke Knokploegen (KP) in Oost-Nederland. Op 23 september 1944 na een Duitse overval werd de villa geheel verwoest. Bij deze aanslag zijn drie personen omgekomen.

 1994: Elhorst / Vloedbelt

Het Gewest Twente, voorganger van de regio Twente, besloot in de jaren tachtig tot het vestigen van twee stortplaatsen: één in de Boeldershoek bij Hengelo en één in de Elhorst/Vloedbelt bij Zenderen. In 1986 werd begonnen met de vuilstort op De Boeldershoek en in 1994 werd Elhost/Vloedbelt geopend voor stort, tijdelijke opslag en overslag van afval. In 2000 werd Elhorst/Vloedbelt tijdelijk gesloten na vernietiging door de Raad van State van de nieuwe vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer. In 2007 werd Elhorst/Vloedbelt opnieuw in gebruik genomen. Door installatie van een composteringsinstallatie in 1994 en een verbrandingsinstallatie in 1997 is de behoefte aan stortcapaciteit wel sterk afgenomen.

Stichting Behoud Elhorst Vloedbelt, met als belangrijkste actievoerder de heer Mossel, heeft zich altijd op alle mogelijke manier heftig verzet tegen de vuilstort in Zenderen.